De meeste lezers weten niet waar we het dan over hebben. Daarom even een update. De boomman woont in een boom of liever gezegd onder een boom in een piepklein onderkomen. Een vloer van 1×2 meter is zijn woning. De boom beschut hem tegen de zon, een afdakje van bananenbladeren tegen de regen. Koken doet hij onder zijn bed. En hij leeft daar in alle eenvoud al 4 jaar.
De boomman doet niets. Hij heeft zouden wij zeggen altijd vakantie.
Is dat iets om jalours op te zijn, we weten het niet. Er is weinig wat inspireert, zijn gezichtsveld is niet groter dan 200 meter. Hij komt nooit verder als Seririt en dat maar enkele keren per jaar. Seririt ligt op 15 minuten lopen van de boom door de desa’s.
Hij zoekt naar wat mosseltjes als het laag tij is, om zijn rijstmaaltje aan te vullen. Zijn familie zorgt wel voor hem, brengen wat kleding en voor een week rijst. Wassen doet hij zich in de rivier, drinken ook. Hij praat met niemand dan bij het wekelijkse bezoek met de familie.
Tegen het einde van de middag komen de voetballertjes een balletje trappen op het veldje naast de boom. Dan verhuist hij stilletjes naar het strand, zoekt naar mooie kleine steentjes tussen het zand en als de zon onder gaat is hij weer terug onder de boom en gaat slapen. Morgen weer een drukke dag.
Het is wel een bizarre tegenstelling, een hutje onder de boom met helemaal niets of 100 meter verderop de luxe, grootte en het comfort waar wij. westersen, ons in verpozen bij de villa’s. Het is allemaal mogelijk, het is een wondere wereld.